Ledendag Zedelgem: Over gapers, zenuwimpulsen en rauwe ham (B)

De herfst is in het land, het vallen van de bladeren. Wie tot onze vereniging behoort, weet wat dat betekent: tijd voor onze ledendagen. In Zedelgem mochten we onder grote belangstelling Vincent
Van Iseghem en Joke De Pauw verwelkomen. Hij is actief als neuroloog in het AZ Groeninge in Kortrijk, zij is kinesitherapeute in Merelbeke, behaalde een doctoraat in de  revalidatiewetenschappen en kinesitherapie en is als praktijkassistente verbonden aan de Universiteit Antwerpen.

Dokter Van Iseghem begon zijn uiteenzetting met een historisch overzicht van de kennis over dystonie. De aandoening en zijn symptomen zijn al eeuwenlang bekend, getuige onder andere het schilderij ‘De Gaper’ van Pieter Bruegel de Oude. Volgens medische specialisten beeldt dit portret niet zomaar een geeuwende man af, maar een patiënt die lijdt aan het syndroom van Meige (oromandibulaire dystonie gecombineerd met blefarospasme). De term ‘dystonie’ is dan weer van veel recentere datum.

Ook de dodelijke werking van botulinetoxine is al sinds mensenheugenis bekend. Onze voorouders wisten dat je een vergiftiging kon oplopen door onzorgvuldig bereid vlees te eten: botulisme. Niet voor niets zijn beide termen afgeleid van het Latijnse botulus, wat ‘worstje’ betekent. Over het hoe en waarom van dit fenomeen tastte men echter in het duister

Hoe de vork precies in de steel zat, kwam pas aan het licht toen eind negentiende eeuw enkele muzikanten van de fanfare in Elzele het loodje legden na een begrafenismaaltijd. De Gentse professor Emile van Ermengem (1851-1932) ontdekte dat ze allemaal rauwe ham hadden gegeten die was besmet met de bacterie Clostridium botulinum, die het giftige botulinetoxine produceert.

In de jaren ’80 van vorige eeuw legde de medische wetenschap alle puzzelstukken samen en stelde vast dat injecties met botulinetoxine de symptomen van dystonie gedurende lange tijd deden afnemen. Inmiddels vormen dergelijke inspuitingen een klassieke behandeling, maar hoe werken ze precies? Dokter Van Iseghem legde haarfijn uit hoe signalen van onze hersenen via zenuwimpulsen naar de spieren worden doorgegeven en op welke manieren botulinetoxine deze overdracht verstoort en zelfs lamlegt. Vervolgens kwam doctor De Pauw aan het woord. Na een algemene inleiding over het ontstaan van bewegingen, van de hersenen tot de spier, kregen we een rijkelijk geïllustreerde presentatie van haar wetenschappelijk onderzoek.

Enerzijds spitst zij zich toe op de aanzienlijke rol van kinesitherapie bij de behandeling van cervicale dystonie. Anderzijds gaat doctor De Pauw na in welke mate de sensorimotorische controle intact is bij patiënten met cervicale dystonie (CD). Met andere woorden: hoe worden bij mensen met deze aandoening signalen vanuit de zintuigen in de hersenen verwerkt en omgezet in een beweging? Dit wordt gemeten aan de hand van een test waarbij patiënten wordt gevraagd om met hun hoofd een bepaalde houding aan te nemen en vervolgens hun hoofd te repositioneren.

Uit dergelijke experimenten blijkt dat de sensorimotorische controle bij CD-patiënten effectief verstoord is, wat ook verklaart waarom de aandoening zo’n grote impact kan hebben op het  functioneren. Sensorimotorische controle is immers essentieel om allerlei alledaagse vloeiende bewegingen te kunnen maken. Daarnaast is er een verminderde controle over houding en evenwicht waar te nemen.