Ellen Postma

De Tiid

Vrijdagavond stond een vernissage op het programma. Een kennis van mij had een aantal maanden geëxposeerd in “De Tiid”, het Cultuur Historisch Centrum in Bolsward. Het beloofde een prachtige afsluiting te worden. Met muziek en Friese gedichten. Zowel het werk van Evert Esselink, als het afsluitende concert stonden in het teken van “Lânskip en Leafde”. Landschap en Liefde.

Samen met een vriendin ging ik er naartoe. We werden vriendelijk onthaald door een gastvrouw, oranje koek (Friese lekkernij) stond klaar en het werd een hartelijk weerzien met een (oud) collega van de muziekschool waar mijn vriendin en ik, jaren hebben gewerkt. Zij speelt hobo en zou met, organist en zangeres de avond, muzikaal omlijsten.

Het speelde zich af in een ruime, heldere verlichte zaal.
Net als altijd ging ik op zoek naar een plekje aan de rechterkant. Mijn hoofd zou dan het minste hoeven te draaien en ik had goed zicht op de musici.
Het leek allemaal prima te gaan, ik was ontspannen en zat lekker. Maar … tijdens het spel werd mijn hoofd onrustig, ik moest mijn hand tegen mijn wang houden, draaide wat heen en weer, probeerde rustig in en uit te ademen en deed een poging om op de muziek (inwendig) mee te bewegen.
Een prachtig Fries gedicht “Faderpaard” dreef de ruimte in. Poëtische woorden, maar het klonk als muziek. Het werd met passie, metriek en veel emotie vertolkt maar ik had moeite om mij te concentreren. Ik wilde wel, maar het schudden van mijn hoofd leidde mij af. Elke keer lukte het om er even “bij” te zijn om daarna weer te balen van de beweging in mij. Het slurpte energie.

De pauze kwam en even staan was fijn. Het lijf en de nek konden ontspannen. Mijn oude huisarts vroeg belangstellend hoe het met mij ging en of ik nog fluit speelde. En in een split second kwam het verdriet van het niet meer fluit kunnen spelen binnen. Ja, het is al een aantal jaren dat ik steeds meer afscheid daarvan heb genomen maar soms kan het mij overvallen. Er is dan een groot besef van het niet meer kunnen spelen. Dan voel ik dat ik degene wil zijn die daar zo mooi staat te spelen. Dat ik mijn emotie in het spel kan gooien zodat ikzelf, maar ook anderen daarvan kunnen genieten.
Ik hield/houdt ervan om op een podium te staan, de spanning vooraf en dan het laten horen waar je hard voor hebt gewerkt om het zo mooi mogelijk te vertolken. De energie die je krijgt wanneer je samen met andere mensen muziek maakt, dat stukje verbinding, ja je maakt dan een échte hartverbinding en dat je dat aan anderen door mag geven. Ja, ik mis dat nog steeds.
Actief muziek maken doe ik nog wel maar nu doormiddel van zingen maar dat is toch anders dan fluit spelen. Hét instrument waar ik zo van hield, waar ik de hartslag en adem van muziek, letterlijk, kon laten stromen.

Terug naar “De Tiid”. Toen ons drankje op was besloten we om weg te gaan in de pauze. Het was voor mij de hoogste tijd om op de bank na te genieten van de bijzondere avond en dat het tijd was om mezelf rust te gunnen in mijn nek en hoofd. Mijn vriendin ging terug naar Leeuwarden en ik ging op de bank hangen met een kop thee, een dekentje en, iets later, een mooi boek. Stilte, even geen prikkels, geen mensen meer om me heen en geen fel licht. Ik hoefde niet meer “netjes” stil te zitten, ik hoefde niet meer te denken dat iedereen het ziet dat ik zoveel moeite moet doen om mijn hoofd recht en stil te houden.

Ook de psychische pijn van beseffen (en aanvaarden) dat die dystonie soms een zware tegenstander is. Dat het me soms boos en verdrietig maakt. Toch komt er altijd weer het moment dat ik weer voel, en weet, dat er nog steeds veel kan en dat ik gelukkig ben zoals het nu gaat.

“De Tiid” heeft me aan laten spoelen en me geleerd ermee om te gaan.